De avond was de eerste live bijeenkomst van GroenLinks sinds lange tijd. De zaal zat redelijk vol, rekening houdend met de afstandsmaatregelen. Het programma bevatte veel informatie – er waren drie presentaties – maar de informatiedruk werd verlicht door de levendige uitwisseling die op gang kwam tussen deelnemers en presentatoren.
Eén onderwerp dat de tongen los maakte, was de hybride warmtepomp. Henk Lindeman van Achterveld Actief gaf hier een korte, duidelijke presentatie over, maar de deelnemers hadden toch nog vragen. Die vragen waren technisch – hoe werkt zo’n pomp nou precies – en economisch: loont het om nu nog zo’n pomp te installeren, als we bijvoorbeeld in 2030 van het gas af gaan?
Het voert hier te ver om de antwoorden weer te geven, maar de uitkomst van het gesprek was in ieder geval dat meerdere aanwezigen aangaven eens te gaan kijken of zo’n pomp ook iets voor hun situatie was.
Een ander onderwerp waar wat langer bij werd stilgestaan, waren de plannen voor windmolens in Lopik. Die plannen zijn van belang voor IJsselstein, omdat wij in de energieregio samen optrekken met Lopik en de andere gemeenten in de Lopikerwaard. Jan Knopper van energiecoöperatie Lek & IJsselstroom hield een ontnuchterend verhaal over de haalbaarheid van de politieke wensen in Lopik. Het gemeentebestuur wil de drie huidige windmolens vervangen door kleinere windmolens dan oorspronkelijk gepland: 140 m. in plaats van 240 m.
De business case voor die kleinere molens komt waarschijnlijk niet rond, aldus Knopper: Lopik moet voor de aansluiting van de molens naar station Oudenrijn en die kabel leggen is zo kostbaar dat het waarschijnlijk niet opweegt tegen de opbrengst van kleinere molens. Deze wekken namelijk veel minder energie op dan de molens van 240 m.
Dit is ook slecht nieuws voor IJsselstein. Als de ‘repowering’ van de windmolens in Lopik niet doorgaat, brengt dat het gezamenlijk energiedoel van de Lopikerwaardgemeenten verder weg.
Windmolens kwamen ook aan de orde in de presentatie van GroenLinks, die over de duurzame-energieplannen in IJsselstein ging. Knopper wees op een extra belemmering voor de ene windmolen die IJsselstein overweegt te plaatsen bij de Lek, naast de voorbehouden die zijn verwoord in het Afwegingskader voor IJsselstein: de provincie ziet liever geen solitaire windmolens.
Ook voor de windmolens waar IJsselstein veel ruimte voor ziet: windmolens van rond de 20 m., was de bijeenkomst ontnuchterend. Die kleine windmolens – de kleinste die worden meegeteld in de regionale energiestrategie (de RES) – zijn favoriet onder veel inwoners en politieke partijen. Ze zijn echter niet interessant voor energiemaatschappijen en worden voornamelijk aangeschaft door agrariërs, die ze voor hun eigen gebruik neerzetten.
Het kan geen kwaad als agrariërs, en misschien een enkele energiecoöperatie, kleine windmolens neerzetten. Maar veel kleine windmolens geven een rommelig beeld in het landschap. Ook gaat de voorkeur hiervoor in onze energieregio samen met een voorkeur voor zonne-energie. Deze voorkeuren gecombineerd zorgen ervoor dat we het doel voor schone energie in 2030 waarschijnlijk niet gaan halen. Dat vraagt om een combinatie van zonnevelden, zonnedaken en grote windturbines.
De bijeenkomst bracht ook goed nieuws. Zoals dat het ‘waterzijdig inregelen’ van je cv-installatie – het goed afstellen van je radiatoren – tot 25% in je energiegebruik kan schelen. En Jan Knopper hield een wervend verhaal over de energiecoöperatie Lek & IJsselstroom. Daarbij ging het onder andere over de opbrengsten van windmolens (en zonnevelden en -daken) van de coöperatie. Een deel daarvan kan gestort worden in een gebiedsfonds of duurzaamheidsfonds. Uit dat fonds kunnen vervolgens sociale en duurzame projecten in de omgeving worden bekostigd.
De opbrengsten van Lek & IJsselstroom, dat in 2020 werd opgericht, liggen grotendeels nog in de toekomst. Het is te hopen dat de coöperatie de komende tijd projecten van de grond krijgt. Want het beeld dat na de avond toch wel bleef hangen is dat als het gaat om het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen in IJsselstein, vooral de inwoners – individueel of verenigd in een energiecoöperatie – op dit moment de concrete stappen zetten.