In de raadsvergadering van 15 december stonden twee voorstellen op de agenda die tot doel hadden het beroep van inwoners op huishoudelijke ondersteuning via de Wmo (‘HO’) te beperken. De reden: het aantal cliënten voor deze ondersteuning is sterk gestegen sinds drie jaar geleden een goedkoop abonnementstarief voor de Wmo werd ingevoerd. De toename aan HO-cliënten is om twee redenen een probleem: de toename vergroot de wachtlijst voor huishoudelijke ondersteuning op indicatie – er is een tekort aan professionele huishoudelijke hulpen – en de gemeente is meer geld kwijt aan deze ondersteuning.

De maatregelen om het beroep op de Wmo-hulp te beperken waren verdeeld over twee voorstellen, omdat er verschillende maatregelen waren bedacht voor twee inkomensgroepen. Voor inwoners met een inkomen hoger dan 185% van het sociaal minimum werd voorgesteld om deze op grond van hun inkomen af te wijzen voor ondersteuning via de Wmo; voor inwoners met een inkomen onder die grens werd voorgesteld om deze een subsidie aan te bieden waarmee ze hun hulp zelf zouden kunnen betalen. Deze laatste groep zou daarbij het recht op Wmo-ondersteuning houden, mochten ze om een of andere reden terugkomen op hun keuze om huishoudelijke hulp zelf te regelen.

Motie voor de lagere inkomensgroep

GroenLinks had enige twijfels bij de voorstellen. Komen inwoners uit de tweede, armere groep niet in de problemen als ze de subsidie of een deel daarvan moeten terugbetalen, omdat ze terugkomen op hun keuze, of als bij de jaarlijkse controle wordt geconcludeerd dat ze geen huishoudelijke hulp hebben ingezet? Veel inwoners uit de lagere inkomensgroep (en zij niet alleen) hebben geen buffer om een terugvordering in een keer terug te kunnen betalen. En weten inwoners die gebruik gaan maken van de subsidie dat zij bezwaar kunnen maken tegen een besluit van de gemeente?

Om deze bezwaren te ondervangen, dienden wij een motie in waarin we het college opriepen een sociale betalingsregeling in te stellen en cliënten actief te informeren over het recht op bezwaar. De motie kon aanvankelijk niet rekenen op veel enthousiasme van de verantwoordelijk wethouder. Deze voerde aan dat er de nodige coulance wordt betracht bij het terugvorderen en dat het zelden tot nooit zou gebeuren dat geld wordt teruggevorderd als een huis bij controle niet schoon genoeg blijkt. Dat kan immers meer oorzaken hebben dan het niet in de arm nemen van een hulp. Maar na aandringen van GroenLinks gaf de wethouder toe dat de subsidieregels voorschrijven dat geld wordt teruggevorderd als niet wordt voldaan aan de subsidievoorwaarden. En uiteindelijk werd onze motie unaniem aangenomen.

Vragen over de hogere inkomensgroep

Voor de hogere inkomensgroep, die vanaf 2023 afgewezen kan worden voor huishoudelijke ondersteuning via de Wmo, wezen wij erop dat deze maatregel harder is dan de wet die in 2025 wordt verwacht en die voor deze groep een inkomensafhankelijke bijdrage voor huishoudelijke ondersteuning in petto heeft. Toch stemden wij ook voor dit voorstel, nadat we de toezegging hadden gekregen dat er maatwerk zal worden toegepast bij de beoordeling of men zelf hulp kan betalen, en dat de raad wordt geïnformeerd over het aantal malen dat er zo’n uitzondering is gemaakt. Ook dienden wij een motie mee in van PvdA en LDIJ waarin gepleit werd voor een overgangsregeling voor de ‘rijkere’ groep, inhoudend dat deze gedurende een jaar gebruik kan maken van de subsidieregeling voor huishoudelijke ondersteuning.

Meer dan een financieel probleem

Ook deze motie werd aangenomen. Een mooi, maar betrekkelijk resultaat. De subsidieregeling en het afwijzen van inkomens boven de 185% leidt immers niet tot een toename van het aantal huishoudelijke hulpen. En het gaat bij beide inkomensgroepen om inwoners die de huishoudelijke ondersteuning nodig hebben omdat ze het huishouden om gezondheidsredenen zelf niet goed kunnen bijhouden. Het werkelijke probleem, vindt GroenLinks, zijn dan ook niet zozeer de financiële kosten voor de gemeente, als wel het tekort aan krachten voor huishoudelijke hulp. 

Alternatieve oplossingen - weet jij er een?

Een veelgenoemde oplossing voor het tekort aan hulp en zorg, is mantelzorg. Sociale Teams wijzen al jaren op deze mogelijkheid als inwoners met een hulpvraag komen. Maar helaas hebben veel kwetsbare mensen vaak geen mantelzorger in hun omgeving. Eén oplossing voor dit probleem is gaan leven in een woongemeenschap, waarin de bewoners elkaar helpen en gezamenlijk een huishoudelijke en/of zorg-professional betalen.

GroenLinks is op zoek naar geslaagde voorbeelden van inwoners die elkaar helpen met huishoudelijke taken en zorg. Ken jij voorbeelden van zulke woongemeenschappen, of van andere arrangementen waarin buurtgenoten elkaar helpen? Laat het ons weten op groenlinksijsselstein@gmail.com.