De raadsvergadering van 10 november, waar de begroting voor 2023 op de agenda stond, kenmerkte zich door een hechte samenwerking tussen de oppositiepartijen. Voor de vergadering werd er intensief overlegd tussen GroenLinks, PvdA, D66 en ChristenUnie, en dit herhaalde zich tijdens een pauze in de vergadering, waarin de partijen gezamenlijk de reacties van de wethouders op hun beschouwingen verwerkten.  

Het gezamenlijk doel van de oppositiepartijen was een duurzamer en eerlijker IJsselstein. In de raadsvergadering werden echter vooral de sociale doelen bereikt en minder die op het gebied van duurzaamheid. GroenLinks had succes met een amendement om eenzaamheid breder aan te pakken, en niet alleen onder ouderen. Dit werd unaniem aangenomen. Hetzelfde gebeurde met onder andere twee moties over hulp bij schulden van D66 en PvdA, en een motie van PvdA om te investeren in gelijkekansenbeleid. Moties die wij alle mee indienden.

Toezeggingen

GroenLinks kreeg daarnaast twee toezeggingen – iets wat evenveel waard kan zijn als een aangenomen motie of amendement. Naar aanleiding van een motie van ons om het subsidiebeleid te gaan evalueren, zegde wethouder Foekema toe dat er een thema-avond komt over dit onderwerp. In reactie op een amendement over afvalbeleid, dat wij samen met de ChristenUnie schreven, zegde wethouder Bekker toe dit beleid een jaar na de invoering van de ondergrondse containers zal worden geëvalueerd. Dan zal meteen ook het effect worden gemeten van het zogeheten VANG-project, dat binnenkort begint en inwoners wil stimuleren om afval beter te scheiden.

Begroting: moeilijk te controleren en weinig ambitieus

De bijval voor enkele moties en amendementen van de oppositiepartijen kon niet verhinderen dat de gehele oppositie, dus ook GroenLinks, tegen de begroting voor 2023 stemde. Een belangrijk bezwaar tegen de begroting, te horen in alle algemene beschouwingen van de oppositie, was dat deze de raad te weinig houvast biedt om de uitvoering te controleren en te sturen.

Zo gaat de begroting alleen nader in op het voorgenomen beleid uit het coalitieakkoord. De speerpunten van de coalitie maken echter maar een deel uit van wat de gemeente allemaal doet. Verder bevat de begroting dit keer relatief veel ‘spaarpotjes’, posten waarvoor nog geen concreet bestedingsplan is opgegeven.

De oppositiepartijen grepen deze ruimte in de begroting aan om extra investeringen te vragen voor armoedebestrijding en verduurzamingsmaatregelen: de kern van hun gezamenlijk programma voor deze begrotingsraad. Daarbij deden ze een beroep op één van de spaarpotten in de begroting, die voor uitbreiding van de ambtelijke bezetting. Deze moties en amendementen haalden het niet. Een van de redenen voor het afwijzen ervan, was dat het onverantwoord zou zijn om geld uit de spaarpot voor uitbreiding van de ambtelijke bezetting te halen.

Genoeg geld voor duurzaamheid?

GroenLinks diende een amendement in om € 150.000 uit deze post te investeren in duurzaamheid. Dit amendement haalde het dus niet. Hetzelfde geldt voor onze motie om geld uit eventuele meevallers te storten in een energietransitiefonds. De begroting maakt melding van de oprichting van zo’n fonds in 2024, maar niet van toekomstige stortingen in dat fonds.

Hoewel deze laatste motie geen geld vraagt uit een bestaande begrotingspost en wel over een urgent probleem gaat, ontraadde wethouder Tas deze. De reden die hij aanvoerde, was dat de gelden die de gemeente van het Rijk krijgt voor de energietransitie, volstaan. Wethouder Bekker noemde hetzelfde argument in zijn reactie op ons amendement voor een extra investering in duurzaamheid.  

GroenLinks vindt dat de gemeente meer ambitie kan tonen op beide gebieden, die nauw met elkaar verbonden zijn. Zeker in deze crisistijd, waar het bevorderen van energiebesparende maatregelen en duurzame energie-opwekking – en waar het kan, het bekostigen daarvan – een topprioriteit moet zijn.

De komende jaren zal blijken of het budgetten die de gemeente van het Rijk krijgt, inderdaad volstaan. Daarbij hangt veel af van de plannen die worden bedacht, en de mankracht om ze uit te werken en uit te voeren. Hoe dit ook zij: wij blijven ons ervoor inzetten dat er zo veel mogelijk geld voor duurzaamheid en de energietransitie terechtkomt bij de inwoners die het echt nodig hebben.