Het voorstel – plots actueel door het bericht over een IJsselsteins stel dat zijn woning had gesplitst en daarvoor beboet werd  –  was ingebracht door Jiska van den Hoek. Zij  werd in de raadsvergadering van 6 juli benoemd tot raadslid en vervangt in deze rol tijdelijk Sanne de Bruijne, die in juni met zwangerschapsverlof ging.

Het voorstel om woningsplitsing te vergemakkelijken, is een uitwerking van ons doel om de woningnood niet alleen op te lossen met de bouw van nieuwe woningen, maar ook door bestaande woonruimten beter te gebruiken. Wethouder Tas zegde in de vergadering toe dat het woonbeleid op het punt van woningsplitsing dit najaar zal worden herzien. Mogelijk kunnen inwoners dus al in 2024 profiteren van makkelijker regels rond woningsplitsing.

Jiska behaalde in haar eerste vergadering een tweede resultaat. Zij hield haar maidenspeech over de begroting van de GGD Regio Utrecht, en focuste daarbij op het personeelsbeleid van deze instelling. De kern van haar speech was dat het vasthouden en werven van medewerkers niet alleen een kwestie is van een hoger loon bieden. Zij wees onder meer op het hoge ziekteverzuim bij de GGD en stelde voor om in de brief die namens de raad naar de GGD wordt gestuurd, een zin op te nemen over het vergroten van het werkplezier. Dit voorstel werd unaniem aangenomen.

Algemene beschouwingen

In de raad van 6 juli werden ook de jaarlijkse algemene beschouwingen gehouden. Daarbij legden de coalitiepartijen de nadruk op wat het college in zijn eerste jaar allemaal heeft bereikt, en spraken de oppositiepartijen juist over wat zij beter geregeld wilden zien in IJsselstein.

Initiatievenbudget, werkt het?

Marianne wees in haar algemene beschouwing onder andere op het belang van het behoud van volgroeide bomen in IJsselstein en op de noodzaak om bewonersgroepen te waarderen en goed te faciliteren, ook als het gaat om de wijze van financieren. GroenLinks heeft namelijk van verschillende groepen gehoord dat zij moeite hebben met het initiatievenbudget. Dit is een nieuwe manier om subsidie te geven aan bewoners die zich inzetten voor hun buurt of wijk, en die 2021 is ingevoerd.

Op eerdere vragen van GroenLinks over het initiatievenbudget, antwoordde de wethouder dat we moesten wachten op de evaluatie van deze nieuwe manier van werken. In de raad hoorden we dat de resultaten van deze evaluatie pas eind dit jaar wordt verwacht. Jammer, wij hadden graag meer duidelijkheid gezien over deze zaak.

Jaarrekening

Een tweede belangrijk onderwerp dat 6 juli op de agenda stond, was de jaarrekening over 2022. Hier werd veel aandacht besteed aan het ‘ravijnjaar’, het jaar 2026 (en 2027) waarin de gemeenten flink minder geld krijgen van het rijk. De vreemde situatie doet zich voor dat het resultaat over 2022 juist buitengewoon goed is. De gemeente beschikt op het moment over een behoorlijke spaarpot. Een groot deel van dit geld is echter over van de uitkering die de gemeente kreeg voor de opvang van Oekraïners.

Incidenteel geld

Het gaat bij dit restant om incidenteel geld, geld dat de gemeente niet mag besteden aan taken waarvoor beleidsplannen bestaan, aldus wethouder Foekema. Onder die omschrijving vallen bijna alle taken die de gemeente uitvoert. Omdat we het niet bij de jaarrekening vonden passen om met (eenmalige) plannen voor de toekomst te komen, vroegen we samen met PvdA en ChristenUnie om alvast een deel van het geld opzij te zetten voor extra activiteiten voor vluchtelingen. De wethouder betoogde dat het niet nodig was hier een aparte spaarpot voor in te stellen, omdat de algemene reserve van de gemeente al een spaarpot is. Ook bracht een coalitielid in dat een spaarpot  - een bestemmingsreserve – alleen mag worden ingesteld als er een plan bij wordt geleverd en een einddatum.

De coalitiepartijen bleven bij hun standpunt, hoezeer de indieners ook wezen op de morele juistheid van de keuze om geld dat de gemeente kreeg voor vluchtelingen, ook te reserveren voor vluchtelingen. Ook het argument dat er eerder een spaarpot is ingesteld voor een specifiek doel zonder dat aan alle voorwaarden was voldaan – de reserve voor de verbetering van de leefbaarheid in IJsselveld Oost – kon de coalitie niet overhalen.

Een voorstel van D66 om een ander deel van het geld dat over is van de vluchtelingenopvang te stoppen in een ideeënfonds, haalde het ook niet, om dezelfde technische redenen als genoemd bij de spaarpot voor vluchtelingenopvang.

De keuze om wel of niet een bestemmingsreserve in te stellen werd door het college vooral gepresenteerd als een technisch punt. Er zit echter ook een andere kant aan. De wethouder heeft bij de jaarrekening aangegeven bereid te zijn voorstellen uit de raad voor de besteding van het incidenteel geld te verwelkomen. Het is de vraag of die bereidheid behouden blijft als het restant van de gelden voor vluchtelingenopvang is opgegaan in de algemene reserve. Het college wil namelijk ook sparen voor het ravijnjaar.

Voorlopig geen duurzame kunstgras sportvelden in IJsselstein

GroenLinks diende 6 juli ook een voorstel in om voortaan een duurzamer vulling te kiezen voor de kunstgras sportvelden in IJsselstein. Dit naar aanleiding van een raadsvoorstel over de vervanging van de toplaag van het hoofdvoetbalveld van IJFC. Voor deze vervanging werd voorgesteld hergebruikte rubberkorrels te gebruiken. Dit materiaal, ook bekend als SBR-infill, is echter giftig en komt allerwaarschijnlijkst binnenkort op een lijst van verboden stoffen.

Gemeenten krijgen weliswaar enkele jaren overgangstijd eer het verbod daadwerkelijk ingaat, maar de SBR-infill gaat langer mee dan enkele jaren. Daarom vroegen wij het college om voortaan te kiezen voor schoner materiaal als er een toplaag vervangen moet worden. Wethouder Tas toonde zich niet onder de indruk van ons voorstel, evenmin als VVD en CDA. Zij wezen het af met het simpele argument dat duurzamer vulling meer kost dan SBR-infill. Waarbij wethouder Tas nog eens benadrukte: ‘zolang de regels het toestaan, blijven we het gebruiken’. Ons voorstel haalde het vervolgens niet.

Wij hopen dat we met het voorstel toch hebben bijgedragen aan de bewustwording over de nadelen van SBR-infill en de noodzaak te gaan kijken naar een duurzamer, gezonder alternatief voor de kunstgras sportvelden in IJsselstein. Dat is in het belang van de IJsselsteiners en vooral van de jongere spelers. Er zijn meer belangen om rekening mee te houden dan alleen kosteneffectiviteit.

Tot slot

Niet alles wat in de lange raadsvergadering van 6 juli werd besproken, is aan bod gekomen in dit eveneens lange verslag. Zo hebben wij het niet gehad over de aanpak van zwerfafval, een urgent en hardnekkig probleem in enkele buurten van IJsselstein. Wij hadden een voorstel voor een pilot met containertuintjes  –een manier om de plaatsing van afval naast containers tegen te gaan – ingediend voor de kadernota. Maar wij hebben dit na een negatief advies van het college even in de ijskast geplaatst. Wij gaan nu eerst eens kijken hoe de plannen van het college voor de aanpak van zwerfafval en containertuintjes uitwerken. Hetzelfde doen we met het voorstel voor een bomenverordening, dat we ook hadden ingediend voor de kadernota. Hier gaan we kijken of het bomenbeleidsplan dat – ook op ons voorstel – wordt opgesteld, zinvol kan worden aangevuld met een bomenverordening. Maar eerst gaan we nu op zomerreces.