Bij de eerstvolgende raadsvergadering (10 december) ben ik, na een afwezigheid van anderhalf jaar, één jaar lid van de gemeenteraad namens GroenLinks. Daarvoor heb ik van 2010 tot 2018 als lid van de SP in de raad gezeten. Een mooi moment om de balans op te maken.
Toen ik de raad in maart 2018 verliet, stond IJsselstein er organisatorisch en financieel goed voor. Wel was er aan het eind van 2017 een ingrijpend besluit genomen: de samenwerking met Montfoort zou m.i.v. 1 januari 2019 gestopt worden. Vooral de LDIJ en de VVD waren hier sterk voorstander van. Het besluit is tegen de zin van het personeel van de gemeenten genomen.
En wat was het gevolg? Het personeel is massaal meegegaan naar Montfoort, waardoor IJsselstein zijn personeelsbestand weer moest opbouwen. Najaar 2020 is IJsselstein nog steeds niet op oorlogssterkte en nu gaat ook nog de gemeentesecretaris weg! Een teken aan de wand? De toekomst zal het leren.
Het afgelopen jaar kan hoe dan ook als een rampjaar bestempeld worden. Niet alleen door corona, maar ook door de handel en wandel van het VVD- en LDIJ-college. Het begon al in februari. Een lucratieve deal met ROBA en Van Wijk werd eenzijdig door ROBA afgeblazen. De deadline werd niet gehaald door de 'vreemde' manier waarop de partners te werk gingen.
Gedurende dit jaar werd het steeds duidelijker dat het financieel niet goed gaat met IJsselstein. De weerstandsfactor van de gemeentekas is flink gedaald, van boven de 2,0 in 2018 tot onder de 1,0 in 2020. Onder de 1,0 is de organisatie in een slechte financiële toestand.
Aan die toestand heeft het gratis parkeren voor de eerste twee uren in de parkeergarages flink bijgedragen. Dit pareltje van de LDIJ brengt IJsselstein mede in gevaar. Heeft het succes? Komen er méér klanten naar de binnenstad? Daar ziet het niet naar uit. Aan de drukte rondom de lift kun je zien dat het voornamelijk klanten van de AH en de markt zijn. En die kwamen toch al. Nu niet meer lopend of met de fiets, maar met de auto. Lang leve het milieu!!?
Gedwongen door de financiële toestand voelde het college van VVD en LDIJ zich genoodzaakt te gaan bezuinigen op niet alleen de jeugdzorg, maar ook op de culturele sector, met name op Museum IJsselstein en het Fulco Theater. Nu, dat hebben we geweten. Niemand is blij met kortingen op zijn inkomen, maar zowel het museum als het theater kregen al niet zo veel subsidie. Beide instellingen hadden juist méér subsidie nodig. Een situatie die vraagt om tactisch opereren.
De aanpak van het college is echter dramatisch geweest. Voor het museum is het uiteindelijk goed gekomen. Maar de transformatie van het Fulco is op een nogal onnette manier verlopen. Daar heeft zowel het college als de nieuwe raad van toezicht zijn deel in gehad. De hele gang van zaken was voor ons reden een motie van treurnis in te dienen.
Dat was nog mild, vind ik. Voor mij is het duidelijk dat de combinatie LDIJ-VVD eens maar nooit meer moet zijn. Het is te hopen dat er na de verkiezingen van 2022 een wat linkser college komt, zodat de mens, en niet de economie centraal komt de staan.