Woensdag 8 januari mocht ik als ‘opstapper’ meelopen met Adrie Jellema, wijkagent voor Achterveld - en als hij dienst heeft ook voor alle andere wijken van IJsselstein.

Ik wilde graag meelopen om een beeld te krijgen hoe het er echt aan toegaat bij de politie, in plaats van er alleen over te lezen in beleidsstukken. Het werd een boeiende dag. Het begon met een gesprekje bij de lunch op het bureau, waarin het ging over de vele afkortingen in de politiewereld, de personeelstekorten en over wat te doen als je wasmachine kapot is. 
Daarna was er de briefing: hierbij werd in hoog tempo een aantal onveilige situaties in de regio besproken. Een daarvan was al geëscaleerd (in Woerden), de andere situaties konden mogelijk uitlopen op excessief geweld. Niemand maakte aantekeningen, want  de bijzonderheden van een zaak verschijnen ook op het beeldscherm in de politiewagen als agenten erop af worden gestuurd. 

Opvallend was dat de meeste meldingen speelden in de relatie- en familiesfeer. Aan het eind van mijn dag als opstapper – in de late dienst, van 14 tot 22 uur – kregen we een melding van zo’n escalerend familieconflict. Wij gingen er niet op af, omdat Adrie mij, een opstapper, bij zich had. De familie was wel bekend bij de politie, door eerdere meldingen en omdat er een wapen in huis is. Dit laatste wordt jaarlijks gecontroleerd.

Sprekend over familieconflicten:  Adrie schat dat nu 70% van zijn interventies gaat naar  huiselijke ruzies/huiselijk geweld. Het aantal meldingen hiervan is toegenomen sinds de coronatijd. Adrie denkt dat dit komt doordat mensen vaker zijn gaan thuiswerken.

Surveillance rijden

We reden twee keer surveillance, door heel IJsselstein.  Ook over woonerven, binnenpleinen en door stegen - routes die je als inwoner nooit aflegt. Vooral 's avonds was de rit bijzonder,  toen we vanuit de stille woonwijken de binnenstad inreden, waar alles verlicht was, meer mensen op straat waren of met een broodje of frietje uit een eetzaak kwamen, alles in het decor van de karakteristieke straatjes.

En leek het bij de eerste surveillance alsof we alle uithoeken van IJsselstein aandeden, bij de tweede viel op dat bepaalde straten extra aandacht kregen. Daaronder een smal, steegachtig straatje in Zenderpark. De reden? Daar bevindt zich een woning waar de politie onlangs 100 cobra’s heeft aangetroffen. (Het vuurwerk, niet de slangen).

Contact leggen/werken aan de relatie

Elke wijk heeft een eigen sfeer, aldus Adrie. Dat uit zich onder meer in de openheid waarmee voorbijgangers Adries groet beantwoorden. Adrie groet namelijk iedereen die in  zijn blikveld komt, ook als hij achter het stuur zit. In de ene wijk wordt hij monter teruggegroet, in de andere kijken de mensen weg. Dat verschil was ook te zien toen ik  naast hem zat. Het vormde de aanleiding tot een gesprek over hoe je als agent contact kan opbouwen met de groep – meestal jongeren - waar je heel moeilijk contact mee krijgt. Vooralsnog blijft Adrie de mensen groeten. Daarnaast denkt hij erover om eens in een winkelcentrum achter een tafeltje te gaan zitten met koffie en thee en zo een praatje aan te gaan met bewoners.

Zorgen voor een goed contact was kenmerkend voor alle ‘interventies’ die Adrie deed terwijl ik naast hem zat. Of het nu ging om een lang telefoongesprek met een inwoner waar collega’s al langs waren geweest i.v.m. een burenconflict, het aanspreken van een automobilist die verkeerd staat geparkeerd, of om jongeren die op de stoep fietsen.

Nieuwjaarsnacht

Natuurlijk ging het ook even over de nieuwjaarsnacht, waarin er zoveel vernield is in IJsselstein. Adrie schetste hoe de politie keer op keer optrad bij Studio 10, en hoe ze zodra ze hun rug keerden, er toch met vuurwerk werd gegooid. Ook in Achterveld is er vuurwerkschade, aan een deur van de Trekvogel, en is er onder andere een ruit ingegooid bij het wijkcentrum. Ondanks de inzet van 30 man in deze nacht, kon het politie-optreden voelen als dweilen met de kraan open. Adrie vindt dat het tijd is voor een landelijk vuurwerkverbod, en voor een gemeentelijke vuurwerkshow. 

Preventieve maatregelen

In Achterveld, zijn eigen wijk, surveilleert Adrie ook te voet. Hij richt zijn aandacht dan op de schoolpleinen en de ruimte voor het wijkcentrum en de sporthal. Het zijn plekken waar jongeren graag rondhangen. Dat is op zich geen probleem, ware het niet dat jongeren spullen vernielen en troep in de zandbak gooien, aldus Adrie. Hij ziet vier oplossingen voor dit probleem: een betere verlichting en lager struikgewas rond de pleinen, zodat beter zichtbaar is wat daar gebeurt. Geen hekjes die ’s avonds openblijven en zo uitnodigen om het schoolplein te betreden. En één lijn trekken wat betreft de sluitingstijden; nu mag je bij de ene school tot 21 uur op het schoolplein zijn, bij de andere tot 22 uur.  

De laatste, meer positieve oplossing die Adrie noemde, is  een jongerenontmoetingsplek, een JOP in de buurt. Er was een JOP op de kop van de Zijdewetering Noord, maar die is afgeschaft nadat jongeren daar de bankjes vernield hadden. Op het schoolplein van de Trekvogel spraken wij twee jongeren die daar rondhingen. Toen Adrie zei dat ze ook naar het Podium konden om daar te hangen, antwoordde een van hen: maar wij willen graag in onze eigen buurt hangen! Begrijpelijk natuurlijk.

Tot slot

Het was een leerzame dag, waarop ik een beter beeld heb gekregen van hoe de politie werkt en van wat er speelt in IJsselstein. En wij gaan kijken of we werk kunnen maken van een hufterproof ontmoetingsplek voor jongeren in Achterveld.