Voor GroenLinks en andere kritische partijen was vooral de behoefte aan een nieuw beheerplan openbare ruimte reden om toch voor te stemmen.

Wij dienden drie voorstellen (amendementen) in om de visie op een paar punten te verbeteren. Een daarvan vroeg om een aantal doelen concreter te verwoorden, de andere twee richtten zich op uitspraken die straks, bij de uitvoering, in de weg kunnen staan van doelen die wij belangrijk vinden – en de visie ook, althans in naam. Een van de voorstellen werd unaniem aangenomen. Het ging om het verzoek een zin toe te voegen over de begaanbaarheid van historische plekken. De visie vermeldt namelijk dat op historische plekken de uitstraling belangrijker is dan comfort.

Onze amendementen, aangenomen of niet, veranderden niets aan de belangrijkste zwakke punten van de visie: een gebrek aan prioriteiten, geen duidelijke streefdoelen voor belangrijke aanpassingen als klimaatadaptatie, slecht doordachte plannen voor burgerparticipatie. Maar ook wij stemden dus voor. De visie sluit door zijn vaagheid namelijk weinig uit. En wij kijken met name uit naar een nieuw beheerplan groen, dat ook al jaren op zich laat wachten, en dat afhankelijk is van het beleidsplan dat deze visie is.

Een beheerplan groen kan handen en voeten geven aan de intentie om te zorgen voor meer biodiversiteit in en om de stad. Deze intentie is de laatste tijd meermaals uitgesproken, wordt ook genoemd in deze visie, en is sinds kort tevens te vinden op de gemeentesite. Een jaar geleden committeerde de wethouder zich al aan de zorg  voor meer biodiversiteit rond eikenbomen, toen ons voorstel hiervoor werd aangenomen.

Wij hebben dit voorjaar echter kunnen zien dat de zorg voor biodiversiteit rond eikenbomen mondjesmaat is uitgevoerd. En iedereen heeft kunnen zien dat er overal te vroeg is gemaaid, tijdens de hoogbloei. Maar wij willen niet alleen klagen, we willen ook weten wat de oorzaak is van de afstand tussen intenties en uitvoering.

Nu wijst iedereen naar de RMN als veroorzaker van de kaalslag in het groen (en onder vogels). Wij vragen ons echter ook af wat de rol van de gemeente is. Hebben wij inderdaad geen enkele greep op de uitvoering, of gebruiken we onze invloed niet? Wij wilden hier vragen over stellen in de raad, maar in verband met het late tijdstip hebben we deze niet mondeling kunnen stellen. Wij wachten nog op de schriftelijke antwoorden.

Intussen hebben we wel een motie van de LDIJ gesteund, die vraagt om te gaan onderzoeken wat de gevolgen zijn van een eventueel afscheid van de RMN voor de groenvoorziening en welke alternatieven er zijn. De motie werd aangenomen. Maar wat de uitkomst ook wordt van deze heroverweging: voor een effectieve controle van het groenonderhoud is een duidelijk beheerplan nodig.